VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Belgen hoeven niet alleen te staan in schaamte over beloningen

Belgische topbestuurders zien hun salarissen vrolijk omhoog gaan. Alsof er nooit een crisis is geweest. De zuiderburen kijken met schaamte over de grens, want daar is dat wel anders. Toch?

Het gemiddelde salaris van de topman van een beursgenoteerde onderneming in België steeg in 2009 met 23,4 procent, zo blijkt uit onderzoek van de Belgische krant .

In 2008 leverden de bestuurders van de Bel20-bedrijven nog 16 procent in. Die geste is met de huidige salarisverhoging teniet gedaan.

Boze Belgische droom
‘Als je vaststelt hoe fors de topsalarissen vorig jaar zijn gestegen, krijg je de indruk dat we weer helemaal in een periode van hoogconjunctuur zitten en dat de zware economische recessie die ons land in 2008 en 2009 teisterde alleen maar een boze droom was', stelt De Tijd dan ook.

De verontwaardiging wordt vooral gevoed door het contrast met de loonmatiging of de inlevering die opgelegd wordt aan de gewone werknemers en de drastische reorganisaties die in sommige bedrijven worden doorgevoerd.

Dat de meeste grote bedrijven in België het er in 2009 een stuk beter van hebben afgebracht dan in rampjaar 2008 mag best beloond worden, maar de topmanagers in hun ivoren torens verliezen de voeling met wat leeft in de maatschappij, stelt de krant dan ook terecht.

Gras bij de buren
De Belgen menen bovendien beschaamd dat de stijging in hun land afsteekt tegen de matigingen of zelfs dalingen in het buitenland.

Zo blijkt uit jaarlijks onderzoek van de Amerikaanse zakenkrant naar de salarissen van de 200 grootste bedrijven in de Verenigde Staten, dat de topbestuurders hun inkomen in 2009 gemiddeld met 0,9 procent zagen dalen. De Amerikaanse bestuursvoorzitter verdiende gemiddeld 6,95 miljoen dollar (5,16 miljoen euro).

Maar het gras bij de buren is niet altijd groener. Ook in de Verenigde Staten lijkt het gevoel voor de misère van de gewone werknemer en algemeen verantwoordelijkheid voor de crisis volledig weggeslagen. In elk geval in de financiële sector, waar de ellende begon.

Afleidingsmanoeuvre financials VS
In de VS leveren de topbestuurders inderdaad in. De bestuursvoorzitters van de zakenbanken op Wall Street, die door de crisis zwaar in de gaten worden gehouden door de media en het Amerikaanse Congres, hebben zelfs forse loonsverlagingen geaccepteerd. Gemiddeld verdienen zij 30 procent minder dan in 2008.

Dit klinkt mooi, maar het is slechts een afleidingsmanoeuvre. De grootste spelers op Wall Street hebben over 2009 gezamenlijk 140 miljard dollar aan salarissen en bonussen uitgekeerd. En dat is het hoogste bedrag ooit. In 2008 was dit 123 miljard dollar en in 2007 137 miljard dollar.

De al zeer vermogende topmannen leveren dus in, maar hun ondergeschikten kregen uitgekeerd.

Mooie sier
Bij Morgan Stanley ontving ceo John Mack bijvoorbeeld 1,2 miljoen dollar, maar streek hoofd risicomanagement Kenneth de Regt 10 miljoen dollar op en financieel directeur Colm Kelleher liefst 15 miljoen dollar.

Bij Citigroup, gedeeltelijk in handen van de Amerikaanse overheid, hetzelfde verhaal. Ceo Pandit verdiende 125.001 dollar, terwijl drie andere topmannen tussen de 8 en 9 miljoen dollar uitgekeerd kregen.

Daarmee wordt op papier vrij schaamteloos mooie sier gemaakt met de ‘winst' van het inleveren door topbestuurders in de financiële sector, maar schuift dit bedrag intussen geheel door naar de diepe zakken van anderen binnen de firma's.

Buit was al binnen
De topbestuurders konden bovendien ook wel wat lijden. Het is een misvatting dat de bankbazen in de VS net zo hard getroffen zijn door de crisis als de gewone aandeelhouders.

De bestuurders, die hun bonussen deels in aandelen- en optiepakketten kregen uitbetaald, zagen hun beloning voor jaren noeste arbeid niet geheel in rook opgaan. Dat blijkt uit onderzoek van drie economen van Harvard.

Zij concluderen dat de topbestuurders ondanks het faillissement van Bear Stearns en Lehman Brothers, in de periode 2000-2008 grofweg 250 miljoen dollar per persoon binnensleepten.

Volgens de economen verzilverden de meeste toplui meer aandelen in de jaren voor de crisis, dan ze overhadden toen de crisis begon. Met andere woorden: de buit was dus al binnen.

Uit het blijkt dat de raad van bestuur van Bear Stearns in de jaren voor de teloorgang 1,1 miljard dollar aan aandelen te gelde maakte. Tot 2007 cashten zij nog eens 300 miljoen dollar aan bonussen. Lehman-bestuurders verzilverden voor 850 miljoen dollar aan aandelen en kregen nog eens 150 miljoen dollar aan bonussen.

Salarisdaling Nederland niet in pas met winstdaling
In Nederland leverden de bestuursvoorzitters van de grote Amsterdamse beursfondsen een stukje van hun salaris in, zo'n 5 procent. Maar de winsten van de ondernemingen waren doorgaans dan het jaar ervoor. Van een evenredige daling was dus allerminst sprake.

En er zit nog wel een addertje onder het gras. De vaste salarissen van de bestuursvoorzitters in de AEX bleven in 2009 vrijwel onveranderd. Het waren de jaarbonussen die omlaag gingen. Daar is de gemiddelde salarisdaling van 5 procent, zoals de financiële berekende, aan te danken.

Bestuursvoorzitters kunnen echter rekenen op een voorwaardelijk aandelenpakket, gebaseerd op de prestaties over drie jaar. toont de salariëring van alle bestuursvoorzitters van de Nederlandse beursfondsen, inclusief alle voorwaarden.

Inleveren? Hooguit vertraging van groei
Het verleden leert dat een crisis de bestuursvoorzitters in de praktijk weinig geld hoeft te kosten. Het vertraagt hooguit de groei van de beloningen.

Uit onderzoek van het blijkt dat na het leeglopen van de internetzeepbel in 2001, de lonen van bestuurders alsnog stegen. Over dat jaar zagen de topverdieners bij de 250 grootste beursgenoteerde en private Nederlandse ondernemingen hun loon met bonus nog meer dan 11 procent stijgen.

Een jaar later, toen de omvang van de malaise doordrong, stegen de hoogste beloningen nog maar met 2,2 procent. In 2003 toonde de groei hetzelfde percentage. Maar in 2004 werd alweer een groei van 9,1 procent gescoord en in 2005 van 11,8 procent.

Een ding is duidelijk. Exessieve beloningen zijn van alle tijden en spelen overal. De Belgen hoeven niet alleen te staan in hun schaamte.